Mocht je dezelfde weg afgelegd hebben als ik, dan zou je begrijpen dat
mijn oog blijft vasthaken aan een zin die zegt: ‘An eminent composer and
pianist walks into a fish market and starts to play a Chilean protest anthem.’ De zin staat in de
NY Times van 6 mei en koppelt godbetert een socialistisch strijdlied aan een vismarkt.
Mijn krinkelende winkelende levenspad, waarde lezer, is vreemd genoeg langs
beide gepasseerd.
De pianist heet Frederic Rzewski (°1938) en zijn zoon werkt op de vismarkt van Pittsburgh. Hij
stelt zijn vader voor om daar eens te komen spelen. Dat doet de oude Rzewski
graag, want zijn muziek mag avant-gardistisch zijn, hij wil er ook mensen mee bereiken
die niet in de concertzaal komen.
Daar zit natuurlijk
een verhaal achter en dat laat me aan de Amerikaanse dichter John Wheelwright (1897 – 1940) denken, een
trotskist die modernistische — en dus moeilijke — gedichten schreef. Trotskist
en modernist, het levert enige spanning op die ook Frederic Rzewski moet kennen.
Hoe koppel je avant-garde aan toegankelijkheid, zonder populistisch te worden? Wellicht
heet die spanning Met Vallen & Opstaan.
Frederic Rzewski is
een linkse kerel die ooit gedacht heeft dat hij met zijn muziek de wereld zou
veranderen. U kunt dat belachelijk vinden, maar dat komt alleen maar doordat u
niet in de jaren zestig geleefd hebt. ‘We
gingen een heel nieuwe taal creëren’ , zegt hij, ‘waardoor mensen uit verschillende delen van de wereld konden
samenkomen en via de muziek met elkaar communiceren.’ Er waren er in die
tijd wel meer die zoiets dachten, en ze verschilden van elkaar als Godfried Willem Raes van Jefferson Airplane.
Hoe denkt Frederic
Rzewski daar nu, in 2016, eigenlijk over? Kun je met muziek de politiek
beïnvloeden? ‘Wellicht niet,’ zegt
hij, ‘maar je moet toch schrijven alsof
het wel kan.’’ Voilà, zo heb ik ze graag, de lieden die in 1938 geboren
zijn. Frederic Rzewski is een revolutionaire optimist en een voorbeeld voor
degenen die na hem komen, dus ook voor mij.
Op de vismarkt
speelt Rzewski een van zijn bekendste werken,
36 variaties op het socialistische El
pueblo unido jamás será vencido, een lied dat alle linkse mensen van mijn
leeftijd kunnen zingen, of toch minstens fluiten.
Je kunt Frederic Rzewski zelf op die vismarkt bezig
zien, het evenement staat hier
op Youtube. Want de oude Rzewski gebruikt niet
alleen de vismarkt om zijn ding te doen, hij heeft ook het internet omarmd.
Daar stimuleert hij piratenversies van zijn muziek en de bladmuziek krijg je er
zo bij. Ha, denk ik dan, zo zijn we en zo blijven we!
Het loont de moeite om naar
die muziek op zoek te gaan. Je stoot dan op Coming
together, waarin een indrukwekkende tekst verwerkt zit van een Amerikaanse
gevangene die, kort nadat hij die tekst geschreven heeft, in een opstand aan
zijn einde zou komen. Nog een gevangenislied is De Profundis, op een tekst van
Oscar Wilde, waarin de pianist Wildes woorden uitspreekt en… zichzelf slaat.
De titels van Frederic
Rzewski liegen er niet om. Een stuk heet Stop
the war! Hij maakt overduidelijk politieke muziek, maar een pamflet mag je
dat niet noemen. Dat kan je hier zelf constateren.
‘t Is godver spijtig dat de
mens intussen al zo oud is, maar kijk, hij heeft inmiddels wel een nieuwe
generatie beïnvloed. Daarvan vind ik een mooi voorbeeld. In The Source reflecteert Ted Hearne over
de Amerikaanse oorlog in Irak en hij doet het hier
door
een concrete oorlogsmisdaad aan te klagen. Chapeau!
Flor Vandekerckhove
Geen opmerkingen:
Een reactie posten