HET BOEK HEET Het eerbaar
zeemansleven, tekenaar is Jan
Sanders (1919-2000), schrijver is Herman
Pieter de Boer (1928-2014), op de bladspiegel telkens rechts een tekening en links
een tekst. Wie, zoals ik, het boek onwetend consumeert, stelt zich de kip & ei vraag: wat was eerst,
tekening of tekst?
Sanders en De Boer nemen ons mee aan boord van het koopvaardijschip Stad Amsterdam. Is de tekenaar echt aan boord geweest? Feit is dat hij hoeken en kanten van zo’n schip geloofwaardig tekent. Heeft de schrijver een scheepsreis meegemaakt? Dat laat hij ons toch geloven, hij monstert aan als dekknecht, krijgt vlak boven de machinekamer een kajuit toegewezen en houdt onderweg een logboek bij.
Sanders en De Boer nemen ons mee aan boord van het koopvaardijschip Stad Amsterdam. Is de tekenaar echt aan boord geweest? Feit is dat hij hoeken en kanten van zo’n schip geloofwaardig tekent. Heeft de schrijver een scheepsreis meegemaakt? Dat laat hij ons toch geloven, hij monstert aan als dekknecht, krijgt vlak boven de machinekamer een kajuit toegewezen en houdt onderweg een logboek bij.
Gaandeweg leren we de bemanning kennen. Korneel, die de karweien
uitdeelt die de Boer moet uitvoeren, de gevreesde kapitein Mutterliebe,
de leninistische matroos Graauw… Maar wie echt op élke tekening te zien is, al
moet je er soms naar zoeken, is de scheepsschilder. Bij schipbreuk schildert hij het vlot; valt iemand over boord, dan is de
schilderende matroos er getuige van; tekent Sanders een interieur, dan kijkt de scheepsschilder door het raam naar binnen… Op pagina 84 kom ik te weten dat hij
Ruprecht Sigma heet.
Er gaat een lichtje op, Sigma Coatings,
dat is verf, dat weet ik. Ik google Sanders
en Sigma en het internet ontvouwt de genese der dingen. Wat blijkt? Illustrator Jan Sanders heeft jarenlang
een kalender gemaakt voor de scheepsverven van Sigma. Het verklaart de steeds weerkerende Ruprecht die op elke plaat met verf in de weer is. Vandaar dat ik u nu ook met zekerheid kan zeggen: de tekeningen waren eerst. Herman Pieter
de Boer bedacht er achteraf mooie zinnen bij. Van die zinnen heb ik hier⇲ al de lof gezongen.
Sanders deed dat wel meer, met schrijvers samenwerken, wanneer hij achteraf de kalenderplaten in een boek bundelde: Cees Buddingh', Simon Carmiggelt…
De tekening die ik kies wordt in het
boek vergezeld van een verhaal dat als volgt afsluit: Terwijl Solange zichzelf tatoeëerde op het lichaam van Willem
Klepperman, heerste er een aangenaam zwijgen in het atelier, het ademen was
hoorbaar. De mannen, waaronder ikzelf, voelden de eeuwen maritieme
kunsthistorie aanwezig, en dat was niet gering. Toen het gedaan was, zei
Gelovige Joop dan ook, eigenlijk namens alle aanwezigen: “Amen”.’ Uiteraard was ook scheepsschilder Ruprecht Sigma, roerend in zijn verfpot, getuige van dat sacrale
gebeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten