vrijdag 17 juni 2016

De taal van het verhaal

— Karl Ove Knausgård (foto 2) heeft het over James Joyce (1)  in De lange weg naar huis, DM Boeken, 15 juni 2016. —The House on Mango Street (1984) van Sandra Cisneros (3) werd in 2007 in het Nederlands vertaald als Het huis in de Mangostraat en uitgegeven door De Geus. — Chuck Palahniuk (4) heeft het over zijn bronnen in Stranger than Fiction (True Stories). —

In de boekenbijlage van een krant lees ik dat Karl Ove Knausgård over A Portrait of the Artist as a Young Man van James Joyce zegt: ‘Dat de roman zo levenskrachtig blijft, in tegenstelling tot nagenoeg alle andere publicaties uit 1916, ligt in het feit dat de schrijver zo fel streefde naar een individuele uitdrukkingsvorm, naar een taal die inherent was aan het verhaal dat hij wilde vertellen, over de jonge man Stephen Dedalus, en zijn beginjaren in Dublin, waarin alles draaide om uniciteit en de vraag wat het betekent een individu te zijn.’  Wat de schrijver moet doen, zegt Knausgård, is een taal ontdekken die eigen is aan het verhaal.

Je kunt die taal in jezelf zoeken. Dat is wat Sandra Cisneros in Het huis in de Mangostraat doet, en ze heeft het over zichzelf waneer ze zegt: ‘De taal in De Mangostraat is gebaseerd op dialect. Het is vooral anti-academische taal — kindertaal, meisjestaal, de taal van een arm meisje, spreektaal, de taal van een Amerikaanse Mexicaan. Binnen dit rebelse, antipoëtische gebied probeerde ik een poëtische tekst te creëren met behulp van de meest onofficiële taal die ik kon vinden. (…) Toen kon ik spreken, roepen en lachen vanaf een plek die uitsluitend van mij was, die niemand anders in de geschiedenis van dit heelal had toebehoord en die ook niemand anders zou toebehoren.’

Je kunt ook op straat gaan luisteren naar het soort mensen dat je boek zal bevolken. Dit is wat Chuck Palahniuk in Stranger than Fiction over zijn methode zegt. Hij vertelt dat hij als vrijwilliger in een ‘charity hospice’ werkte toen hij aan zijn succesroman Fight Club begon te werken. Hij bracht er patiënten naar de zelfhulpgroep en ging er luisteren naar hun verhalen. ‘In veel opzichten zijn deze plaatsen - zelfhulpgroepen, twaalf-stappen herstelgroepen, - er gekomen om de rol te vervullen die de georganiseerde religie vroeger had. We gingen altijd naar de kerk om de ergste aspecten van onszelf, onze zonden, te bekennen. Om onze verhalen te vertellen. Herkend te worden. Om vergeven te worden. En om verlost te worden, weer geaccepteerd te worden in onze gemeenschap.' Waarom trek je wekelijks naar de breiclub? Waarom ga je biljarten? Om elkaar verhalen te vertellen, zegt Chuck. Dat is in een zelfhulpgroep niet anders, maar dan in de overtreffende trap: ‘Op deze plaatsen vond ik de meest ware verhalen. In steungroepen. In ziekenhuizen. Overal waar mensen niets meer te verliezen hadden, daar vertelden ze de grootste waarheid.’ Het is iets wat Palahniuk wel meer doet wanneer hij op zoek gaat naar een eigen taal voor zijn boeken: ‘Terwijl ik Invisible Monsters schreef, belde ik seksnummers en vroeg mensen om me hun smerigste verhalen te vertellen. Je kunt gewoon bellen en zeggen: "Hé, ginderachter, ik ben op zoek naar broer-zus incestverhalen, laat me die van jou horen" of "Vertel me over je smerigste, smerigste travestie-fantasie" en je gaat urenlang aantekeningen maken. Omdat het alleen maar geluid is, lijkt her op een obscene radioshow. Sommige mensen zijn vreselijke acteurs, maar anderen zullen je hart breken.‘

Het zal een melig einde opleveren, maar weet dat taking notes for hours een bijzonder dure aangelegenheid is wanneer de sekslijn openstaat.

Flor Vandekerckhove


[Deze post dateert van 2016. In 2021 redigeer ik hem opnieuw, ten behoeve van enkele FB-groepen waarbij ik me heb aangesloten.]


En de taal van dit verhaal is…

www.youtube.com/watch?v=06MvJ4nbj1Y

Geen opmerkingen: