Ze was doorweekt en rilde van de kou. Omdat hij niet over haar heen kon stappen, liet hij haar binnen. Hij pookte het vuur op, haalde handdoeken uit de kast en liet het bad vollopen. Toen ze uit het bad kwam, was hij warme melk in twee kommen aan ’t gieten. Ze had een metamorfose ondergaan. Ze droeg zijn badmantel en om haar ravenzwarte haar had ze een handdoek gewikkeld. Ze heette Barbara, maar hij mocht Babbe zeggen. De warme melk deed zijn werk. Babbe kreeg een kleurtje, zakte onderuit, werd heel rustig en terwijl ze lieflijk naar hem bleef lachen, viel ze langzaam in slaap. Hij legde een deken over haar, draaide het licht uit en ging naar bed. Daar droomde hij dat ze boven op hem zat. Naakt. Ze legde haar vinger op zijn mond, bewoog haar kont ritmisch heen en weer en zei: ‘Hoe dieper hoe meer.’ Haar kutje was strak en buitensporig nat en terwijl ze bleef bewegen, zei ze heel de tijd: ‘Hoe dieper hoe meer; hoe dieper hoe meer.’ Toen hij wakker werd was ze verdwenen. Dat was maar goed ook, die dag zou zijn verloofde hem daar komen vervoegen.
Flor Vandekerckhove
[Deze vertelling past in een verhalenproject↗︎ waarbij ik versteende vissersverhalen weer tot leven probeer te wekken. Dit verhaal is gebaseerd op een folkloristische vertelling over ‘de
eeuwige kruwer’, een geest, gedoemd om ten eeuwigen dage met een steek- of
treknet op garnaal te vissen. Onder de lokroep Hoe dieper hoe meer verleidt hij andere garnalenvissers die
zich daardoor te ver in zee wagen en zodoende aan hun einde komen. Het verhaal is erg bekend aan de Westkust en in
’t noorden van Frankrijk. In de Garnaalstoet van Oostduinkerke loopt een reus
mee die op de figuur van Babbe Roere↗︎
gebaseerd is. In haar hand draagt ze een kraai, want dat is een van haar verschijningsvormen.
Het Oostends woordenboek van Roland Desnerck (ed.1988) vermeldt kruwer wel, maar geeft er geen Nederlands synoniem voor. Roland Desnerck reageerde inmiddels op dit stuk: 'In mijn uitgave Oostends Woordenboek (2006) staat er: kruuwer, strandgarnaalvisser. Maar "strandvisser" zou al genoeg zijn want bij pêrdekruuwer lees je "strandvisser te paard", ook pêrdekarter. In mijn "Grenzeloos Oostends" (2014) vind je heel wat uitleg over de kruuwers of "strandvissers", nl. de etymologie: uit "kruien" en ouder "cruden". Zo wordt duidelijk dat kortewaagn volksetymologisch uit kordewagen komt en dat uit crudewagen. Niet te geloven, maar "kortewaagn" en "kruiwagen" hebben dus dezelfde oorsprong. Meer details, ook over het kruuwn zelf op blzn 177 (kortewaagn) en 185 (kruuwn) van bovengenoemd boek.']
Het Oostends woordenboek van Roland Desnerck (ed.1988) vermeldt kruwer wel, maar geeft er geen Nederlands synoniem voor. Roland Desnerck reageerde inmiddels op dit stuk: 'In mijn uitgave Oostends Woordenboek (2006) staat er: kruuwer, strandgarnaalvisser. Maar "strandvisser" zou al genoeg zijn want bij pêrdekruuwer lees je "strandvisser te paard", ook pêrdekarter. In mijn "Grenzeloos Oostends" (2014) vind je heel wat uitleg over de kruuwers of "strandvissers", nl. de etymologie: uit "kruien" en ouder "cruden". Zo wordt duidelijk dat kortewaagn volksetymologisch uit kordewagen komt en dat uit crudewagen. Niet te geloven, maar "kortewaagn" en "kruiwagen" hebben dus dezelfde oorsprong. Meer details, ook over het kruuwn zelf op blzn 177 (kortewaagn) en 185 (kruuwn) van bovengenoemd boek.']
Geen opmerkingen:
Een reactie posten