donderdag 21 augustus 2025

In memoriam Walter Swennen (°1946 - 2025†), kunstschilder

Walter Swennen. (Foto Saskia Vanderstichele.) Rechts: Untitled (Beste P., bis) - 1984.


IN 1993 heeft Thomas Peeters⇲ een afspraak met Walter Swennen. Het resultaat staat in De Tijd, als Het dagboek van…, ’t is ook daar dat ik ’s mans foto haal. Peeters vertelt: ‘Trekkebenend komt Walter Swennen de galerie van Xavier Hufkens binnen. Zijn koddige blauwe hoedje blijkt een kunstwerk van eigen makelij. Zijn wandelstok is geen gimmick. De schilder buitelde vorig jaar in New York over zijn reiskoffer: heup gebroken. Hij moest de opening van zijn solotentoonstelling bij zijn Amerikaanse galerie Gladstone in een rolstoel bijwonen.’ Ook dit zegt hij: ‘Zo kreeg Swennen in de herfst van zijn leven de erkenning die hij al veel vroeger verdiende. Ook de kunstmarkt volgde: werk van Swennen kost tegenwoordig gemiddeld 50.000 euro en duikt steeds vaker op in Amerikaanse privéverzamelingen.’ Ik verneem iets over namen die Swennen mee gevormd hebben: Jacques Lacan, Marcel Broodthaers, Tristan Tzara, Gregory Corso… Ik zoek 1 en ander op: Gladstone Gallery, New York: 24th Street; Galerie Xavier Hufkens; een interessant gesprek op YouTube⇲, interessant is ook wat het Kunstmuseum in Den Haag over hem zegt. En op al die plekken tonen ze ook ’s mans werk. Op de site van VRT nws vind ik dit citaat: ‘Er is geen betekenis, er is alleen het geheim. En het geheim is te vinden in het maken van kunst.’ Dat is nauw verwant, vind ik, aan wat Godfried Bomans over ’t schrijven zegt: ‘Wantrouw elke aandrang tot schrijven, behalve de vreugde van het formuleren.’
Zelf onthoud ik uit de krant van zaterdag 16 augustus wat Swennen over het schilderen zegt: ‘Het is een afspraak tussen de schilder en het schilderij. Je begint en je reageert op wat er is.’  Plots begrijp ik hoe dicht schilderen en poëtisch schrijven bij elkaar liggen. 
Ik ga op zoek een citaat van Edson Russell dat in mijn hoofd is blijven hangen en vind hierwat hij over zijn schrijfproces zegt: ’Ik ga zitten om te schrijven met een lege pagina en een lege geest. Ik volg met het blauwe potlood (…) waar het orgaan van de werkelijkheid [de hersenen] met het aangeleverde naartoe wil. En de poëzie opent zich plots in taal. Het is altijd een ontdekking van iets wat onbekend is en ongepland.’ 

Wij, met zand in onze schoenen is gratis. U hoeft er alleen maar om te vragen. Mocht u interesse hebben, mail naar liefkemores@telenet.be. (Vermeld 'Zand' en zeg 'pdf' of ‘epub’.)

woensdag 20 augustus 2025

Noir van de Oostendse Oosteroever in tijden van artificiële intelligentie (2)

Links, Ava Gardner in de film noir The Killers. Rechts, het hoekhuis op de Baelskaai, naast het Vuurtorendok, op de plek waar ik ooit gewerkt en geleefd heb.

Here she comes, you better watch your step
She's going to break your heart in two, it's true...
Little boy, she's from the street
Before you start, you're already beat
She's gonna play you for a fool, yes it's true
'Cause everybody knows,
She's a femme fatale.

In een inleidend stukje toonde ik aan dat het voor een schrijver maar weinig zin heeft om vandaag nog zelf een roman noir te schrijven. ChatGPT doet het in zijn plaats en in minder dan geen tijd. Wat rest de schrijver dan nog te doen? Ook daarop geeft ChatGPT me een antwoord: ‘verdwalen, treuzelen, blijven twijfelen.’ 

verdwalen
 
ze is als in haar jurk gegoten 
met een sjaal 
die haar adembenemende boezem op geen enkele manier verhult 
voor me zit een vrouw met klasse 
helemaal opgespoten en bijgesneden 
om te beantwoorden aan de smaak 
van heren met geld
haar platte taal alleen verraadt dat ze de kaaihoer is
ze zegt
ge hebt een mannelijke antiheld 
met name gijzelf
ge hebt een femme fatale 
met name mijzelf 
ge hebt nu genoeg voor een echte roman noir  
en terwijl ze naar 't werk trekt 
denk ik
nu is ’t aan mij om te verdwalen in taal 
getreuzel en in twijfel  

(waarna ik de terugweg afleg)  

in twijfel en getreuzel

is ’t nu aan mij om te verdwalen in taal

denk ik

en terwijl zij naar ’t werk trekt

heb ik 

zegt ze

genoeg voor een echte roman noir 

met name haarzelf
als een femme fatale
en met name mijzelf
als een mannelijke antiheld
en haar platte taal die verraadt dat ze de kaaihoer is
voor heren met geld
die beantwoorden aan haar smaak
helemaal opgespoten en bijgesneden
als een vrouw van klasse die voor me zit
die haar adembenemende boezem op geen enkele manier verhult
met een sjaal
als in haar jurk gegoten is ze
 
OP ’T EINDE van 2020 ontwierp ik een nieuwe manier van schrijven. Verdwalen is op die manier geschreven. Mij kwam het toen ook toe deze nieuwe manier een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers werd door mij geijkt in vier geboden. (1) het is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (2) de titel van het provovers bestaat uit één woord; (3) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (4) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat een spreker gemakkelijk parlando ten gehore brengt. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

dinsdag 19 augustus 2025

Sterft, gij oude vormen en gedachten (deel 1: een bilan)

Claude Vignon (ca 1617). Sint-Paulus aan zijn schrijftafel. Het internet noopt tot nieuwe manieren van schrijven.

OVERTUIGD ALS IK WAS van de mogelijkheden van het internet, ging ik in 2013 met een nieuwe schrijfpraktijk van start. Ik nam afscheid van de boekenmarkt en koos voor een welhaast dagelijks bijgehouden weblog. De Mac toonde me ook hoe ik zelf een e-boek kon samenstellen en uitgeven - kinderspel! Ik opende een imaginair distributiepunt, De Weggeefwinkel, en in de schaduw daarvan ook een reclamebureau, soortement Mad Men-bende, RIOEK, Reclame Is Onze Enige Kwaliteit.
Ik heb dat wel moeten leren, digitaal schrijven. Gauw!, autofictief boek van mijn kindertijd, had vijf edities nodig - van 2014 tot 2024 - om eindelijk te worden wat zo’n e-boekje enerzijds voor zichzelf vraagt en anderzijds uit zichzelf aanbiedt. Gauw! werd alzo een minimalistisch geschreven 
coming of age - provovers - met luisterfragmenten die je naar die tijd terugvoeren. Ook bloggen moest ik leren, want een blog is iets anders dan het elektronische equivalent van papier, het is een regelmatig bijgewerkte website, een plek die tot een vloeiend schrijfproces uitnodigt, startend van een tekst die voorlopig is, evolueert, naar elders wijst (de link); met een drager die het verhaal niet versteent, zoals een papieren blad dat uiteraard wel doet. Sindsdien voeg ik beeld en klank toe aan wat ik schrijf en experimenteer met korte teksten die de wegkijkende blik van de internetlezer bij ’t verhaal houden. De Laatste Vuurtorenwachter is een digitale werkplaats waarin ik, als ware ik een alchemist der letteren, de dingen meng: publiek dagboek en verhaal; essay en kladwerk; eenmanskrant en poëzie… Alles in de smeltkroes, hopend dat er goud van komt, verhaal zoekend in handpalmverhalen, drabbels, eenparagraafverhalen, provoverzen, prozagedichten,  driezinnenverhalen, oneliners en mini-essays.
Waarom maak ik dit bilan? We staan aan de poort van een nieuw literair tijdperk, ja dit is een momentum. Voor ons opent zich de snel veranderende wereld van de artificiële intelligentie. De gevolgen voor het schrijverschap zijn enorm, al het vaststaande verdampt, al het heilige wordt ontwijd. Schrijvers, moeten op geheel nieuwe wijze naar literaire uitmuntendheid op zoek. En neen, we weten niet hoe we dat zullen doen. Dit worden waarlijk boeiende literaire tijden.
(Later volgt deel 2: de perspectieven.)
Flor Vandekerckhove
De digitale publicaties (pdf of ePub naar keuze) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘GAUW!’) en zeg ook of je pdf dan wel epub verkiestliefkemores@telenet.be.

maandag 18 augustus 2025

Noir van de Oostendse Oosteroever in tijden van artificiële intelligentie (1)

Links. De Oostendse Oosteroever in de mist (foto Roland François, 3 maart 2025.)
Rechts: Marie Windsor als Edna Tucker in de film noir 
Force of Evil⇲ (1948).


‘KUNT U me in exact honderd woorden, en in de stijl van Flor Vandekerckhove, een roman noir leveren, vraag ik aan ChatGPT, 'met als protagonisten een mislukte schrijver en een kaaihoer? Het verhaal dient zich af te spelen op de Oostendse Oosteroever.’ 
Het antwoord staat er in minder dan geen tijd. Ik moet maar twee woorden veranderen om het verhaal helemaal naar me toe te trekken.
OP DE KILLE Oostendse Oosteroever dwaal ik rond, een mislukte schrijver met inktzwarte gedachten. In de drukbezochte middenclub ontmoet ik de kaaihoer, thans escort, met littekens achter haar glimlach. We drinken whisky en zwijgen over ons verleden. Wanneer de escort me vraagt een klant te volgen die te veel weet, ruik ik inspiratie — of ondergang. Ik volg de man, verdwijn drie dagen, en keer terug met bebloede handen en een kladschrift vol waanzin. De escort leest het, glimlacht triest. ‘Nu ben je eindelijk schrijver,’ zegt ze, voor ze me aangeeft bij de politie. Mist alom, de Oosteroever zwijgt, zoals altijd.
Al de voorwaarden zijn aanwezig om dit een perfect noir-verhaal te noemen: er is opening, midden, slot, er zijn protagonisten, er is een conflict, er is een flard dialoog, er is een uitkomst en er is een slotzin die misschien niet origineel is, maar waar ik toch jaloers op ben: ‘Mist alom, de Oosteroever zwijgt, zoals altijd.’ De auteur? ChatGPT!

Waaruit ook blijkt dat ChatGPT perfect in staat is een drabble te schrijven, een verhaal in exact 100 woorden; dat de machinerie mijn typische personages kan toeëigenen en mijn stijl. Al wat ik kan zeggen is: IK WAS EERST! In 2019 verzamelde ik 99 dergelijke honderd woorden-verhalen en Delphine Lecompte schreef een voorwoord. De bundel is een e-boek en dus onbegrensd beschikbaar. De e-boeken (dit boek alleen in pdf) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld 99): liefkemores@telenet.be.

zondag 17 augustus 2025

Vanaf het heden, een blik in het verleden, een kijk op de toekomst (wees niet bevreesd, ’t gaat over kunst)

William Turner, Het slavenschip (Slavers Throwing Overboard the Dead and Dying, Typhon Coming On) (1840)


IN ’T VOORJAAR van 2024 kijk ik naar Sucking on Words, video waarin Kenneth Goldsmith zijn inzichten met ons deelt. Literatoren die nu gelauwerd worden, zegt hij, doen nog altijd ’t zelfde als wat hun collega’s in de negentiende eeuw deden: ze creëren personages rond een plot. Schilders daarentegen, gaat hij verder, zijn verplicht geweest zich te heroriënteren, de fotografie had hun vertrouwde terrein bezet, ze móesten wel op zoek naar iets anders. Volgens Goldsmith zal ’t internet soortgelijk effect op de literatuur hebben. Omdat zijn visie op de ontwikkeling van de literatuur mij - internetschrijver - boeit, schreef ik daar toen een stukje over, Elvis has left the building….
Wat hij over de schilderkunst zei, liet ik toen ongemoeid. Wel vroeg ik me in toenemende mate af, of 't wel juist was wat hij zei. Portretschilders zullen de opkomende fotografie wel met een scheef oog bekeken hebben, hun broodwinning kwam in 't gedrang, maar er worden ook vandaag nog portretten geschilderd, zoals dat van de Britse koningin Elisabeth II door Lucian Freud. Een landschap met vervaarlijke wolken? ’n Beetje fotograaf draait er zijn hand niet voor om, zoals ene Roland Hut dat hier doet, het belet kunstenaars niet om het ook al schilderend te blijven doen, zoals Koen Broucke het ons hier weer toont.
Tot voor kort zag ik in William Turners meesterwerk, The Slave Ship, het voorbeeld bij uitstek van een kunstenaar die creatief reageerde op de komst van de fotografie, zich erdoor bevrijd voelde en iets heel anders ging doen dan kopiëren wat hij met het oog waarnam. Dat blijkt niet te kloppen. The Slave Ship is van 1840, De uitvinding van de fotografie dateert van ’t jaar ervoor. Specialisten denken niet dat Turner daarop reageerde, wellicht wist hij van Louis Daguerre 
niets af. Toch schilderde William Turner toen al halfabstract werk.
Indirect draagt de fotografie natuurlijk wel bij tot de ontwikkeling van de moderne schilderkunst, beginnend met de impressionisten die tegen 1880-90 al goed met fotografie vertrouwd zijn en die er zich inderdaad bevrijd door weten. En dat geldt zeker ook voor grootheden als Pablo Picasso en Vincent Van Gogh die elk op geheel eigen wijze naar schilderkunstige uitmuntendheid op zoek gaan.
Ik keer terug naar de literatuur. Zal het internet de literatuur ten gronde veranderen, zoals Kenneth Goldsmith meent? Vraag die zich met de spectaculaire ontwikkeling van de artificiële intelligentie in de overtreffende trap stelt. Ja, dat denk ik wel. Zelfs ik ben er, in Noir van de Oostendse Oosteroever, al mee aan ’t experimenteren. Toch denk ik niet, zoals Kenneth Goldsmith dat wel doet, dat de roman daarom (weer eens) doodverklaard moet worden. Net zoals schilders vandaag nog marines - al dan niet met ondergaande zon - schilderen, net zo zullen literatoren zich aan romans te buiten blijven gaan. Net zoals schilders hun marines moeten onderscheiden van de gefotografeerde, net zo zullen romanciers hun romans moeten onderscheiden van deze die de machinerieën van de artificiële intelligentie produceren - want dat zal wel degelijk gebeuren. Grote, succesvolle vernieuwers gaan evenwel iets heel anders doen, ze zullen op geheel eigen wijze naar literaire uitmuntendheid op zoek gaan. En neen, we weten niet hoe/wat dat zijn zal. Dit zijn waarlijk boeiende literaire tijden.

Vanaf het heden, een blik… is een mini-essay. Uitgeverij De Lachende Visch bundelde in 2025 vijftig soortgelijke stukjes in Vanaf de vuurtoren. Zoals alle e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook Vanaf de vuurtoren gratis voor elkeen die erom vraagt. De bundel (e-boek, pdf of epub naar keuze) ligt klaar in De Weggeefwinkel. Doe het meteen via liefkemores@telenet.be (vermeld de titel en zeg of je ePub of pdf wilt) en het boek ligt meteen in uw mailbox.

zaterdag 16 augustus 2025

Noir van de Oostendse Oosteroever in tijden van artificiële intelligentie - inleiding

Links: Rita Hayworth in de film noir Gilda (1946). Rechts: de Oostendse Oosteroever.


ZO’N TIJDEN zijn het! Wil je een verhaal lezen/schrijven? Vraag het aan ChatGPT en die levert het je in minder dan geen tijd. Waarom zou een schrijver daar nog zijn leven aan wijden? Dan trek ik toch liever het onbekende tegemoet, uitzoekend waar ik al schrijvend terechtkom. ChatGPT, die ik terzake om raad vraag, raadt me dat ook aan. ‘Dat is nu de taak van de schrijver,’ antwoordt de machinerie, ‘verdwalen, treuzelen, blijven twijfelen.’ 
Ik doe de test. Wat betekent ‘verdwalen, treuzelen, twijfelen’ als ik me bijvoorbeeld al schrijvend in het subgenre van de roman noirbegeef? Een nieuwe noir schrijven hoeft al niet, ChatGPT levert me zo’n verhaal op bestelling. Wel kan ik er 'treuzelend & twijfelend’, in verdwalen, af en toe halthoudend op een plek waar de machinerie van de artificiële intelligentie geen weet van heeft, een artistieke oase in een literair maquis. (°) 
Ik overlees wat hierboven staat en schrik van de hoogdravendheid ervan. Kan ik die hoogdravendheid in vijf stukjes noir omzetten? Kan ik, met dat subgenre als leidraad, treuzelend en twijfelend op de Oostendse Oosteroever verdwalen, in stukjes die ook leuk om lezen zijn? Vijf oefeningen, kortelings op dit scherm. Yes I can!
(Vervolgt)
Flor Vandekerckhove

(°) Bestaat er vandaag zoiets als een literair maquis? Zijn er vandaag schrijvers die zich, ongezien door het literaire veld, in dat maquis ophouden? Zijn die schrijvers in dat maquis in de weer met taal-, vorm- en genre-experimenten, zoals modernisten dat, beginnend met Charles Baudelaire, deden? Ik schreef er een essay over: Velerlei maquis
De digitale publicaties (pdf of ePub naar keuze) van De Lachende Visch zijn gratis. Mail erom (en vermeld de titel: in dit geval ‘Velerlei maquis’) en zeg ook of je pdf dan wel epub verkiestliefkemores@telenet.be.

vrijdag 15 augustus 2025

Knepen van de schrijversstiel, aangeleverd door schrijver C.C.S. Crone

Rechts: C.C.S. Crone.


IN De boekhouding vraagt John Heymans zich af of een geslaagd stuk proza altijd een onvergetelijk mooie zin moet bevatten. Hij haalt het voorbeeld aan van C.C.S. Crone (1914-1951): ‘Dikwijls wist hij in één zin meer tot uitdrukking te brengen dan een andere schrijver op een hele bladzijde. Daar was zijn bijzondere werkwijze mede debet aan.Tijdens zijn omzwervingen door de Utrechtse binnenstad verzamelde Crone soms gedurende meer dan een jaar allerlei ‘ontroeringsfactoren’ die hij op strookjes papier schreef. Deze observaties en invallen werden genummerd. Had hij er vele honderden verzameld, dan legde hij ze op de vloer en schoof ze geduldig in een volgorde totdat daaruit de contouren van een verhaal opdoemden. Vervolgens plakte hij het aldus verkregen concept-verhaal in een oud kasboek. De laatste loodjes bestonden uit het (correct) stileren van de ontroeringsfactoren en ‘het onmerkbaar aan elkaar lassen van de gemonteerde details’ (…)’ 
’t Verschilt er danig van, maar ’t doet toch denken aan de cut-up van William Burroughs. Heymans vervolgt: ‘Met deze omslachtige werkwijze bereikte Crone een stilistische perfectie van de afzonderlijke zinnen.’  Een van de voorbeelden staat aan het slot van de -  uit 1100 ontroeringsfactoren opgebouwde - novelle Het feestelijke leven (1939), waarin Crone een overlijden beschrijft. Heymans citeert heel dat stuk dat ik hier overneem en dat inderdaad volledig uit wondermooie zinnen bestaat: 
Heel in de verte klonk muziek. Dat zouden de engelen wel zijn. Ze liep over een grote vlakte. ‘Henk’ riep ze, maar hij was er niet. De klokken begonnen al te luiden. Ze zag een scheepje varen; het wiegde zachtjes op de stroom. 
Buysman zag, hoe haar tong nog even trilde. Zo gauw het ophield, voelde hij de leegte. Toen hij aan de tuinkant de gordijnen dichttrok, bleef hij kijken, hoe de wind de wingerdranken langs de schutting schuurde. De bladeren werden al rood. Er zaten dit jaar veel peren aan de boom. Claartje plukte ze altijd met de hark. 
De potten begonia’s waren in alle richtingen omgewaaid. Er lagen broodkorstjes op het stoepje en aan de waslijn wapperde een schortje. Hij herinnerde zich, hoe hij met haar de grote vlag uithing en later, achter het schuurtje, de kleertjes van Eefje, die nog feestelijker waren. In de huiskamer bogen de chrysanten diep over de rand van de vaas, alsof ze de kwaliteit van het tafelkleed onderzochten.
Van C.C.S. Crone kun je vandaag nog De schuiftrompet lezen, verzameld proza, uitgegeven in 2012. Uitgeverij IJzer. 208 pp.

donderdag 14 augustus 2025

Adviezen voor beginnende strandwandelaars


adviezen 
 
hoed u voor krabben
’t zijn schuinsmarcheerders
zoek spijkers op laagwater
en bezing schaamteloos wat u dan vindt
hoed u voor de kleine pieterman en
veracht principieel de grote mannen
en wanneer meeuwen u beschijten
schijt onverwijld genadeloos terug
op den duur gaan ze u erom respecteren
vermijd gewapende benden
en ongewapende
koop een stormbestendige paraplu
en trotseer de regenvlaag
die van west naar oost over het land trekt
sta op ’t einde van de pier 
nooit 
naast pastoors in lange rokken
en vrouwen in korte
vaar niet uit op goede vrijdag
en hoed u voor schuinsmarcheerders
’t zijn krabben


Adviezen op YouTube

OP ’T EINDE van 2020 ontwierp ik een nieuwe manier van schrijven. Adviezen is op die manier geschreven. Mij kwam het toen ook toe deze nieuwe manier een naam te geven, alsmede er de vereisten van in steen te beitelen: proza in de vorm van een vers, afgekort provovers (mv. provoverzen? de beoefenaar ervan: een provoversaal?) Dat provovers werd door mij geijkt in vier geboden. (1) het provovers is een drabble, het telt exact honderd woorden, titel niet inbegrepen; (2) de titel van het provovers bestaat uit één woord; (3) leestekens ontbreken, alsook kapitalen (behalve als het een eigennaam betreft); (4) de vorm van het provovers kenmerkt zich door lijnafbrekingen, dermate georganiseerd dat ze het lezen faciliteren. Visueel maken die lijnafbrekingen er een vrij vers van — een proza+ — dat de lezer kan savoureren als ware ’t eenvoudige poëzie van het soort dat een spreker gemakkelijk parlando ten gehore brengt. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.


woensdag 13 augustus 2025

Op Oostendse Oosteroever gaat minor writer confrontatie aan met AI

 

kortelings (op dit scherm)
op dit nachtelijke uur is het donker op de Oostendse Oosteroever
wijk die haar geheimen weet te bewaren 
alleen in mijn schrijfhok brandt nog licht 
wachtend op inspiratie gaan mijn gedachten 
alle richtingen uit 
waarvan droomt Polleke de kat eigenlijk 
heeft het heelal een einde en waarom niet
welke boeken lezen transgenders 
hoe ziet de werkelijkheid er naakt uit 
waarheen gaat de ziel na de dood van de mens 
een klop op de deur haalt me weg uit mijn mijmeringen 
daar staat ChatGPT
en ChatGPT zegt 
ik breng u inspiratie
ik antwoord 
kom binnen madam ChatGPT gaat u toch zitten

kortelings is een ‘provovers’, proza in de vorm van een vers, honderd woorden. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling van vijftig prozagedichten en vijftig dergelijke provoverzen (altijd honderd woorden, proza met lijnonderbrekingen, geen kapitalen). Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

dinsdag 12 augustus 2025

Voor ’t eerst Glenn Gould

Het schilderij dat ik u in dit YouTube-filmpje toon is van Valeryia Lakrisenko. Bij Saatchi Art wordt het 'Glenn Gould Painting' genoemd. 2017. Olieverf op doek. 128,5 x 78,7 hoog. Elders op ’t net heet het doek gewoon 'Pianist'.

VERLOREN OP een strand. Een wereld die almaar leger wordt. Ik ben de weg kwijt, vind mijn plek niet weer. Aan de einder zie 'k de zon zakken in de zee. Een vrouw gehurkt. Beseffend dat de vrouw mijn redding is, stap ik met kleine stapjes naar haar toe. Wanneer ik zie dat ze aan ’t plassen is, is ’t te laat om mijn blik af te wenden. Ik zie hoe de ondergaande zon haar straal in een mooie regenboog opbreekt, ik ruik versgebakken brood en hoor pianomuziek, mooier dan al wat ik eerder heb gehoord. Murmel ik? Murmelt de vrouw? Murmelt de pianist? Murmelt de zee? Is murmelen iets wat ik er achteraf bij bedenk? Hoe oud ben ik? Later, vele jaren later, hoor ik die piano weer, nu op de radio, en kom alzo te weten dat de muziek van Bach is, Goldbergvariaties, en dat daar op ’t strand, in de plasstraal van een vrouw, Glenn Gould aan ’t werk was. Ik zie dat de opname van 1955 dateert, ik was zes.
Flor Vandekerckhove

Voor 't eerst Glenn Gould is een prozagedicht. Bij uitgeverij De Lachende Visch verscheen in 2023  Gesprekken met Polleke, een verzameling prozagedichten. Zo’n prozagedicht ziet eruit als proza, maar er is plaats voor ongeloofwaardigheid en ontregeling, prozagedichten mogen inconsequent en onbegrijpelijk zijn. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook Gesprekken met Polleke gratis. Mail erom (vermeld de titel en zeg of je ’t in pdf of epub wilt hebben): liefkemores@telenet.be.

maandag 11 augustus 2025

Surrealisme op de Oostendse strekdam (5)

De strekdammen die in Oostende de havengeul afbakenen, maken de haven voor grote schepen toegankelijker en ze beschermen de stad tegen de duizendjarige storm. Wandelaars gebruiken ze om de grens tussen land en water te traverseren, overschrijding die iets met de geest doet, zeker als de wandelaar een schrijver met surrealistische neigingen is: hij laat er het realisme van het land achter zich en je betreedt het surrealisme van de zee. Hij schrijft er vijf licht surrealistische strekdamverhalen over. — — — Rechts op de foto: leden van de Wandervogel musiceren in de buitenlucht. Dit is het laatste strekdamverhaal in een reeks van vijf. De vier vorige staan hierdaarginds en ginder.



Falderie
— Soms is 't een stem uit den hoge, zoals die keer dat John Lennon in
Klinkklank tot me sprak; soms komt het je met de wind toewaaien, zoals die keer met De zee aan een wasdraad, maar nu is ’t anders. Daar verschijnt op de strekdam plotsklaps de Wandervogel-beweging, luid zingend van Falderie, faldera, faldera, faldera-ha-ha-ha-ha-ha. Ik herinner me dat lied uit mijn kindertijd. In 1954 had Eddy Christiani er succes mee. En terwijl ik me bij de musicerende jongens & meisjes aansluit, voeg ik er een eigen strofe aan toe: 
Ik hou ervan te wandelen, 
Al op het strekdampad, 
En terwijl ik stap, klotst mijn legertas 
Altijd tegen mijn gat. 
De nieuwe strofe werd zelfs al op muziek gezet, en mijn stem kraakt daar nog meer dan de plaat. Ge moet het zien en vooral horen om het te geloven: klik hier⇲. (Flor Vandekerckhove)


Wij, met zand in onze schoenen is een memoir (25 bladzijden), waarin ik terugdenk aan de weg die beeldend kunstenaar Luc Martinsen en ik afgelegd hebben, sinds onze eerste ontmoeting in 1988. Ik schreef dat boekje als een symfonie, een muziekstuk in drie delen, dat na het tweede deel onderbroken wordt door een interludium en afsluit met een coda. In de beste traditie van De Weggeefwinkel is ook Wij, met zand in onze schoenen gratis. U hoeft er alleen om te vragen. Mocht u interesse hebben, mail naar liefkemores@telenet.be. (Vermeld 'Zand' en zeg 'pdf' of 'epub'.)