maandag 29 september 2025

Kate Bush: een song, twee versies

Kate Bush beeldt de titel uit van haar album Director's Cut, waarop ook Flower of the Mountain staat.


Met haar debuutplaat schiet Kate Bush recht in de roos. Haar Wuthering Heights (1978) is gebaseerd op het literaire meesterwerk van Emily Brontë. Het publiek geniet van de ontmoeting van literatuur en pop, in Kates radicale interpretatie, Heathcliff, it's me, I'm Cathy⇲. In 1988 hoopt ze die succesrijke fusie over te doen met James Joyce en diens Ulysses, meer bepaald met het laatste hoofdstuk van dat boek, de monoloog van Molly Bloom. Kate is gefascineerd door de schoonheid en vrouwelijkheid van het schrijven. ‘Het is als een nooit eindigende zin’, zegt ze, ‘een lange gedachtegang, en het enige dat het accentueert is het woord "yes" en het versnelt heel geleidelijk. Ik vond het gewoon een van de meest sensuele stukken ooit geschreven.’ Kate schrijft een ritmische melodie die sterk de cadans van Molly Blooms monoloog suggereert, de woorden uit het boek passen perfect bij de muziek. De muziek wordt opgenomen in Dublin, maar de erven van Joyce geven haar geen toestemming om rechtstreeks uit het boek te citeren. Omdat de muziek er toch al is, begint Kate de tekst te transformeren, zelfde woordritme, zelfde woordklanken, ander verhaal. Haar song, The Sensual World (1989), wordt het verhaal van een personage, Molly Bloom, dat uit de boekenwereld de echte wereld instapt.
Hoe het komt, weet ik niet — ik vermoed dat ze ’t hardnekkig blijven vragen is maar in 2009 krijgt Kate Bush tóch toestemming om Joyces tekst te gebruiken. Ze laat die toestemming niet liggen en gebruikt de al bestaande muziek en haar bestaande verhaal om er enige Joyce aan toe te voegen. De nieuwe opname heet Flower of the Mountain (2009). Nog steeds gaat het om Molly Bloom die vanaf het blad de echte wereld instapt — Stepping out, off the page / Into the sensual world — maar nu ook met enig letterlijk geciteerde zinnen van James Joyce. Op YouTube zijn de twee versies te beluisteren, telkens met hetzelfde illustrerende filmpje: The Sensual World hier; Flower of the Mountain daar.
Flor Vandekerckhove

zaterdag 27 september 2025

Het prozagedicht van Mia en Germain

— Leopoldskazerne Gent —

‘Ik definieer niets. 
Geen schoonheid, 
geen patriottisme. 
Ik neem alles zoals het is, 
zonder voorafgaande regels 
over wat het zou moeten zijn.’
Bob Dylan

Mia en GermainMIA STOND in de kunsten, maar bakte er weinig van. Germain stond in de keuken, hij bakte gehaktballen. Mia's schilderijen waren flauwe afkooksels, Germains gehaktballen waren hard als steen. Ze ontmoetten elkaar in 1972 op de Gentse Feesten. Dansen, kussen, vrijen, neuken. Waardoor soldaat-milicien Germain ’s anderendaags te laat in de keuken van de Leopoldskazerne present tekende en erom gestraft werd. Hij brak zijn geweer en werd deserteur. Van Mia brak het maagdenvlies, wat gelukkig niet meteen verdere gevolgen had. Ze zagen elkaar nooit weer, Mia en Germain, niet in Gent en evenmin in Oostende, waar ze later, onwetend van elkaar, gingen wonen. Op een dag scheelde het niet veel. Germain bakte daar om den brode frieten in een frietkot en Mia had er die dag wel zin in, in frietkotfrieten bedoel ik. Mia trok haar jas aan, Germain stak het vuur aan. Mia trok de deur dicht, Germain schoof het frietkotraam open. Ge voelt dat ze elkaar naderen. Toen ontplofte het frietkot en Germain ontplofte mee. Enkele straten daarvandaan hoorde Mia de ontploffing. Ja, dat had echt niet veel gescheeld. Nooit heeft Mia geweten dat het Germain was die daar ontplofte, alleen de alwetende verteller weet zo’n dingen. (Flor Vandekerckhove)

GESPREKKEN MET POLLEKE is een e-boek van Flor Vandekerckhove.
Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook GESPREKKEN MET POLLEKE (e-boek, 129 bladzijden, beschikbaar in pdf en epub) gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel en zeg of je pdf verkiest, dan wel epub) en vind het boek meteen in uw mailbox.

vrijdag 26 september 2025

Met de TEKSTKROES versla ik gewis de machinerieën van de artificiële intelligentie

Op 19 augustus postte ik een bilantekst⇲. Daarin getuigde ik over de weg die ik aflegde, sinds ik in 2013 afscheid van de boekenmarkt nam. Vandaag vervolg ik met ‘de perspectieven’. Maak kennis met mijn antwoord op de artificiële intelligentie — Op de tekening: Albert Camus, met Polleke de kat, on the Road.

MIJN ONDERWERP — ’t staat in de ondertitel van De Laatste Vuurtorenwachter —  is ‘de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard.' Word ik daarin belaagd door het fenomeen van de artificiële intelligentie? Ik denk wel dat zo’n artificieel intelligente supercomputer in staat is om — nu of morgen — ‘coming of old age’-roman van zo'n figuur te produceren. Zelf vind ik ook dat we dat aan de machine mogen overlaten, ik ben niet zo'n fan van het genre van de roman. Ik luister liever naar wat Saskia De Coster zegt: ‘(…) dat er nog een immens terrein braak ligt waar de literatuur een nieuw speelveld kan vinden en de schrijver zijn identiteit kan heruitvinden en herontdekken. Ik vraag ChatGPT wat het van Saskia’s woorden vindt en ‘t antwoord is even waar als prachtig: ‘De taak van de schrijver is aarzelen, dwalen, missen.’ Dat is inderdaad de manier waarop ik de AI-machine met gemak blijf verslaan! Ik doe het welhaast dagelijks met de publicatie van marginale stukjes die elkaar aanvullen, tegenspreken, herhalen, afvallen, onderuithalen en overtreffen. De literaire vertaling van de verdwijnende wereld van een babyboomer/soixantehuitard is in mijn doen geen roman, het is een almaar veranderende mozaïek in wording. Mijn literaire blog is een kroes waarin ik, als ware ik een alchemist der letteren, de dingen meng: publiek dagboek en verhaal; essay en kladwerk; eenmanskrant en poëzie; fictie en non-fictie; memoire en vignet… Alles in de kroes, hopend dat er goud van komt, verhaal zoekend in handpalmverhalen, drabbels, eenparagraafverhalen, provoverzen, prozagedichten,  driezinnenverhalen, oneliners en mini-essays. ’t Is een literair geheel dat om een nieuwe benaming vraagt. Niet zonder trots presenteer ik u voor 't eerst de naam ervan: de TEKSTKROES.
Flor Vandekerckhove

donderdag 25 september 2025

Mijn eerste fiets

Links: Foto 21 juli 1956. Midden: gedemonteerd Simplex-remstuur.
Rechts: recentere fiets met stangremmen Gazelle Trim Sport 1971.)


EEN OUD vehikel was 't, mijn eerste fiets, gift van toeristen die bij ons thuis hun vakantie doorbrachten. Misschien hoorde het meisje dat mij ondersteunt wel bij dat gezin. Dat kind herinner ik me niet, maar de velo is onvergetelijk. Ik leerde erop fietsen en zodra ik ’t een beetje kon, reed ik ermee van zee naar Brugge⇲. (Mijn ouders hebben ’t nooit geweten, tegen de tijd dat de bel voor ’t avondeten klonk, was ik terug — ja, moeder had een bel om me naar de dis te sommeren.)
Ook het remsysteem van de fiets is onvergetelijk. Van kabels geen sprake, de transmissie werd met ijzeren stangen overgebracht. Lang dacht ik dat zo’n stangremmen de gedateerdheid van de fiets bewezen, maar op ’t net vind ik nu ook een fiets uit 1971 met soortgelijke remmen.
Hoe oud was de fiets, toen ik die kreeg? Ik kan alleen gissen. Ik herinner me dat moeder er lacherig over deed, zo oud was hij dus wel. Vooroorlogs? Op ’t net vind ik een reportage van iemand die zo’n oude fiets met stangremmen restaureert, in dat geval een herenfiets uit 1922 van Simplex, erg leuk om lezen, staaltje van vakmanschap.
Flor Vandekerckhove

woensdag 24 september 2025

Succesvolle popsongs van een onbestaande band

The Velvet Sundown, met zanger Gabe Farrow, gitarist Lennie West, bassist-synth artist Milo Rains, en percussionist Orion "Rio" Del Mar. De band bestaat niet, de genoemde muzikanten bestaan evenmin.


TERWIJL IK deze zomer de confrontatie met de machinerieën van intelligentie (AI) aanging, ontplofte er in de popcultuur een bom. In enkele maanden tijd maakte The Velvet Sundown drie complete albums. En met succes, op Spotify brachten die 'langspeel-platen' intussen meer dan 1.400.000 abonnees op. Alleen…  The Velvet Sundown bestaat niet en de jonge mannen die de band vormen… bestaan evenmin. Muzikanten, muziek, liedjesteksten, foto’s… het is allemaal vrucht van AI. 
In de pop reageert men strijdvaardig. Hier luistert een stemmencoach naar de vocalist van die Velvet Sundown en neen, hij kan de stem niet als vals ontmaskeren, maar hij vertelt intussen ook welke voordelen een zanger van vlees en bloed nog heeft. Wat hij zegt laat me trouwens denken aan wat Nick Cave lang geleden al schreef. Ik ga dat hier niet reproduceren, maar ’t is zeker waard om nog eens te lezen: Computers mankeren het lef. De redenering van Cave komt erop neer dat we bij bijzonder waardevolle muziek meer doen dan alleen maar luisteren. Bij uitbreiding: bij waardevolle literatuur doen we meer dan alleen maar lezen, bij een schilderij doen we meer dan alleen maar kijken… We bewonderen in al die kunstuitingen hoe iemand het lef heeft het menselijk tekort te transcenderen. (°)
Ook wat Sons Of Legion doet vind ik interessant. Die twee coveren Dust on the Wind, nummer van die onbestaande Velvet Sundown. Ze zijn daarmee wellicht de eerste menselijke band die een nummer covert dat geschreven en uitgevoerd is door AI. Waarmee ze op hun manier doen wat Kenneth Goldsmith literatoren aanraadt te doen. (°°) 
Intussen zijn er ook al die zich specialiseren in het ontmaskeren van de fake popzangers op YouTube. Voor zover ik dat kan beoordelen doet die kerel van Wings of Pegasus, zelf gitarist, dat voorbeeldig.
Flor Vandekerckhove

(°) Het laat me denken aan een oude discussie in de Nederlandse literatuur, Vorm of vent. Misschien moet ik daar eens over schrijven en dat vervlechten met de hedendaagse AI-thematiek. Het laat me ook denken aan wat filosoof Greg Houwer hier over lichamelijkheid schrijft: Bewustzijn is een sociaal ding. Een prachtige song, een prachtig kunstwerk, een prachtig verhaal raakt ons juist omdat wij als luisteraar, toeschouwer, lezer… een lichaam hebben en de maker eveneens. We ervaren het lichaam (de pijn, kwellingen, vreugde, worsteling, twijfels…) van de maker. Zolang AI geen lichaam heeft, kan het ons niet op die menselijke manier raken. 
(°°) Iets nieuws maken is niet langer relevant, zegt Goldsmith. Maak datgene wat je vindt op ’t internet relevant, verplaats het, herschik het, verpest het, breng het samen. Schakelt dat de kunstenaar uit, zoals zovelen denken? Niet volgens Goldsmith: de ene herschikt het zo, de andere doet het anders, een derde doet er nog iets anders mee. 

dinsdag 23 september 2025

Dingen die voorbijgaan en andere die niet komen

Links: Les idées claires (50 x 60 cm. 1958) van René Magritte.
Rechts: Aan de rotsblokken van de oostelijke strekdam in Oostende.


‘Alles wat we zien, verbergt iets anders. 
We willen altijd ontdekken wat er verborgen is 
achter wat we zien.’ 
(René Magritte)

Dingen — Op 7 juli 2007 (7,7,7, inderdaad), halverwege mijn dagelijkse wandeling, zat ik op het strand, geleund tegen zo’n rotsklomp aan de oostelijke strekdam in Oostende. Alles was als altijd — zon, zee, zand, zonnehoed — en ik dacht aan dingen die voorbijgaan. Maar die dag, toen ik opstond om de terugweg aan te vatten, en om me heen keek, zag ik dat het toch ietwat anders was. Ik kon er niet meteen de hand op leggen, maar toen ik het uiteindelijk toch deed, begreep ik dat het intussen 8 augustus 2008 geworden was (8, 8, 8, inderdaad.) Ik haastte me naar huis, schoor mijn wilde haren, nam een douche, zette mijn baret op en wachtte op dingen die gingen komen. Ze kwamen niet. Ik kan je verzekeren dat je daarna anders kijkt naar dingen die voorbijgaan. 

P.S. Iemand meldt me: 'In 2007 werd het oude oosterstaketsel afgebroken en pas in 2008 werd gestart met de bouw van de oostelijk strekdam.' Godver, denk ik, 't zal dát geweest zijn. 
De reactie laat me ook denken aan een uitspraak van Harry Mulisch toen die De ontdekking van de hemel (1992) inleverde bij De Bezige Bij. Daarin laat hij zijn hoofdpersonage uitstappen op treinstation Westerbork. Maar daar is geen station, en de redactrice, Maria Vlaar, moest Mulisch vertellen dat ze maar de bus moesten nemen. ‘Jawel hoor’, zei Mulisch haar, ‘er is wel een station Westerbork: in mijn roman.’

GESPREKKEN MET POLLEKE (2024) is een e-boek van Flor Vandekerckhove. 129 bladzijden, geschreven in het grensgebied tussen proza en poëzie. Waarbij het de lezer toekomt te oordelen of de schrijver de grens al eens oversteekt. Dingen is zo’n verhaal op de grens tussen poëzie en proza. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook GESPREKKEN MET POLLEKE gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be (vermeld de titel) en vind het boek meteen in uw mailbox.

maandag 22 september 2025

Die Klavierspielerin en La pianiste, kritisch versus ideëel

Het is niet voor ’t eerst dat ik over De Pianiste van Elfriede Jelinek schrijf. De eerste keer was dat in Lezen en schrijven in termen van de Tour de France. Daar keken toen nogal wat mensen naar, wellicht komt dat door de titel. De tweede keer was het in Het einde van de film is niet het einde van het boek. Daar keken al veel minder mensen naar. 
Vandaag nog eens over Die Klavierspielerin en La Pianiste (en dus over Jelinek en Haneke). 
Links: Elfriede Jelinek, rechts Michael Haneke.


NADAT IK tot mijn verwondering gezien/gelezen had dat de film, La Pianiste, en de roman, De Pianiste, verschillend eindigen, ging ik op zoek naar wat anderen ervan zeiden. Blijkt dat er meer aan de hand is dan alleen maar 't schuiven met beelden.
Andrea Bandhauer (°) ‘() mijn interpretatie van deze scène [het einde van de film] komt deels overeen met het einde in de roman: "Erika weet welke richting ze op moet. Ze gaat naar huis () "Naar huis" gaan is de enige oplossing die ze zich kan voorstellen. ()’ (°) Dat is in tegenspraak met hoe hoofdrolspeler Isabelle Huppert het einde ziet, einde dat ze in de film zelf vertolkt. Op YouTube: zegt ze: ‘We weten niet waar ze heengaat, maar ze gaat er resoluut naartoe en ze leeft.’
Jean Wyatt, die een psychoanalytische lezing van de film geeft, volgt Huppert: ‘Op de dag van het studentenrecital () blijft Erika alleen achter in de foyer nadat het publiek de zaal is binnengekomen en steekt ze zichzelf in de linkerbovenborst, waarna ze de concertzaal uitloopt, de straat op en uit het filmbeeld verdwijnt. Is dit gewoon weer een zelfverminking? Of een zelfmoordpoging? Zal Erika sterven? Of verlamt Erika haar arm? Waar gaat ze heen? De kijker mag speculeren over verschillende mogelijke uitkomsten.’ (°°)
Waaruit blijkt dat het filmverhaal niet langer het werk van auteur Jelinek is. Banhauer: ‘Hupperts gezichtsuitdrukkingen vormen zo'n prominent onderdeel van de film dat La Pianiste een werk wordt van drie auteurs: een schrijver, een regisseur-auteur (Haneke schreef het scenario zelf) en een actrice. Zoals Jelinek zelf opmerkt: “De acteurs in deze film slagen erin hun gezichten om te zetten in een script.” Jelinek vergelijkt de Erika uit de film met haar eigen hoofdpersoon en zegt: “Deze film geeft dit personage Erika Kohut, dat werkelijk onwaardig en belachelijk is, haar waardigheid terug.” (…) de Erika uit de film krijgt een individualiteit die het personage in de roman volledig mist. Ik zou willen stellen dat de verfilming van de roman door Haneke en Huppert inderdaad een aantal opvattingen doet herleven, zoals die over de zuiverheid van muziek en de waardigheid van individueel lijden. Deze opvattingen zijn cruciaal in een burgerlijke maatschappij en worden in de roman van Jelinek volledig gedeconstrueerd.’
Er wordt een verschil in esthetische visie zichtbaar tussen Jelinek en Haneke/Huppert, misschien zelfs een verschil in maatschappijvisie. In een interviewzegt Jelinek: ‘Ik ben beter in staat de maatschappij vanuit een negatief perspectief te bekritiseren.’ En ook: ‘Verlossing is de specialiteit van andere auteurs () Mijn schrijven, mijn methode, is gebaseerd op kritiek, niet op utopisme.’ Dan is Haneke wel anders. Is hij utopisch? Banhauwer weer:’Haneke zelf wijst op de rol van de muziek in zijn film: "Grote muziek overstijgt lijden en specifieke oorzaken. Die Winterreise overstijgt ellende, zelfs in de gedetailleerde beschrijving ervan." In de film is "de vraag of muziek de gezonde kant van Erika's psyche vertegenwoordigt of haar verdringing slechts ondersteunt" volkomen legitiem ()’. Niets daarvan bij Jelinek. Banhauwer verwijst naar Elizabeth Wright (°°°) ‘die laat zien hoe de culturele canon, met name muziek als het meest geïdealiseerde symbolische discours, evenals de "edelste" culturele heiligdommen van Oostenrijk, bekritiseerd worden in Jelineks tekst.’ De schrijver bevestigt dit in het al eerder vermeldde interview: ‘Juist omdat de positieve clichés in ons land zo verstikkend zijn, heb ik geprobeerd de negatieve kant ervan te belichten: de verloochening van hun libido door honderden vrouwelijke pianoleraressen.’ Verder zegt ze: ‘Mijn teksten beperken zich tot het analytisch, maar ook polemisch (sarcastisch) weergeven van de gruwelen van de werkelijkheid.’ De interviewer vraagt: Zit er achter de beschrijving van een pathologisch geval niet een veroordeling van de Oostenrijkse muziekcultuur?’ Jelinek:  ‘Ja, precies. De verafgoding van de hoge muziekcultuur, waar het land van leeft (denk aan hoe deze grote meesters vaak tijdens hun leven werden behandeld, en hoe hedendaagse kunstenaars worden behandeld!), en waarmee die wordt gekocht. Inderdaad, de Hegeliaanse meester-knechtverhouding. De hoge cultuur is de meester, de vrouwelijke pianoleraressen zijn de dienstmeiden. Ze hebben geen recht op enige creatieve energie, zelfs niet op een eigen leven (ik heb dit in de tekst tot het uiterste doorgevoerd).’
Flor Vandekerckhove

(°) Andrea Bandhauer: Michael Haneke’s La Pianiste:  An Adaptation of Elfriede Jelinek’s  The Piano Teacher. In Literature & Aesthetics 16(2) December 2006.
(°°) Jean Wyatt deed iets soortgelijks als Bandhauer in 'Jouissance and Desire in Michael Haneke’s The Piano Teacher.' 
(°°°) Hier.

zondag 21 september 2025

Schrijven. Soms valt het echt wel tegen

Het schilderij vond ik op Why Keep Going? | Albert Camus & The Absurd Explained⇲. Nergens vind ik de naam van de schilder. Is ’t een product van artificiële intelligentie? De quote van Jim Jarmusch indachtig, laat ik me erdoor inspireren: ‘Niets is origineel. Steel alles wat je inspireert of je verbeeldingskracht aanwakkert. Verslind oude films, nieuwe films, muziek, boeken, schilderijen, foto's, gedichten, dromen, willekeurige gesprekken, architectuur, bruggen, straatnaamborden, bomen, wolken, watermassa's, licht en schaduwen. Selecteer alleen dingen die direct tot je ziel spreken, steel ze. Als je dit doet, zal je werk (en diefstal) authentiek zijn. Authenticiteit is van onschatbare waarde; originaliteit is onbestaand. (…) Onthoud sowieso altijd wat Jean-Luc Godard zei: ‘Het gaat er niet om waar je dingen vandaan haalt - het gaat erom waar je ze heen brengt.’


SOMS kom ik ’s morgens moe uit bed, zoals ik dat ook vandaag weer doe. Dan weet ik dat de dag moeilijk wordt. Zo’n dag mist inspiratie. Dan bieden klavier en scherm me gegarandeerd géén hulp. Door ’t raam turen helpt evenmin, niets helpt. Binnenblijven is op zo’n dag geen optie. Ik verlaat huis, straat, wijk en trek het ongewisse tegemoet. Ik volg contouren die nergens heen leiden. Is ’t de wind die me een richting toewaait? Is ’t de zee die ik daar, in vele tinten grijs, achter me laat? Is ’t een duin dat ik zo doelloos, in vele tinten duisternis, betreed? Wie weet — ik niet. Ik trek verder, terneergeslagen, moe, de blik neerwaarts. Op ’t einde van zo’n dag sta ik nergens, zo ook vandaag weer. Ik weet niet eens wiens schilderij me vandaag zo voortjaagt. Heb ik waarlijk zo'n colbertjasje aan en waarom draag ik geen baret, als altijd? Op zo'n dag valt het schrijven echt wel tegen. Zwaar, zwaar, zwaar, ge hebt geen idee. (Flor Vandekerckhove)

zaterdag 20 september 2025

Mia Doornaert en een quote van Mary McCarthy



OVER MIA Doornaert heb ik al veel geschreven: Sigaretten en linkse movesHoe mateloos irritant is zeDe iron lady van de journalistiek en haar trotskistMia pimpt haar chaneljasje… Dat volstaat wel, vind ik, daar hoef ik niets aan toe te voegen. Wat uiteraard niet wil zeggen dat Doornaert niet langer schrijft. ’t Wil evenmin zeggen dat mijn oog niet langer op haar stukjes valt. Nieuws valt er evenwel niet meer te melden, ze gaat maar door & door met haar partijdig riedeltje. Wanneer ik weer eens zo'n opiniestukje van haar aantref, dwalen mijn gedachten altijd af naar een quote van Mary McCarthy. ’t Wordt tijd dat ik die woorden eens opschrijf, zo geraak ik er misschien vanaf. Zegt Mary McCarthy: Every word she writes is a lie, including “and” and “the”. (Elk woord dat ze schrijft is een leugen, inclusief ‘en’ en ‘de’.) Mary McCarthy zei het over Lillian Hellman die haar erom voor de rechtbank daagde. De zaak sleepte jarenlang aan. Hellman overleed in 1984, wat een punt achter de rechtszaak zette. Meer over de quote staat hier in de Britannica

vrijdag 19 september 2025

Met een patina ontstaan door ouderdom en verwaarlozing


DIE TWEE, rechts van mij, herinner ik me niet, toeristenkinderen wellicht. Op de achterkant: Paul, Daniëlle, 1958. Ik ben negen. Rechts bovenaan zie ik enkele gevels van de Golfstraat. Daar vang ik ook een glimp op van de kleine tankwagen van mijn vader, Marcel Mazout. De camion staat in de Garre van Cornelis⇲, nu Hasseltstraat. Op de plek waar iemand ons gedrieën fotografeert, werkt men momenteel een flatgebouwtje af, Hasseltstraat 10 (‘k ben er speciaal voor naartoe gefietst. Veldwerk!) 
Ik herinner me de padvindersriem. Wat hij hooghoudt is niet mijn broek, maar mijn imago. Op de gesp staat BE PREPARED. Zo’n riem bereid je voor op ’t ergste. Dat komt door de beugel waaraan je een zakmes hangt of een set eetgerei, samen te vatten als klinkklank. Impressionant wanneer je te vierklauw over ’t erf draaft, achternagezeten door roodhuiden die bijvoorbeeld Paul en Daniëlle heten.
Doordat de wereld een dorp is, wordt mijn riem nu 
te koop⇲ aangeboden in Amerika. Paul? Daniëlle? Ik lees de advertentie: Oude, versleten, leren padvindersriem en gesp. Heeft een patina dat alleen ontstaan is door ouderdom en verwaarlozing. 144.12 €, verzendkosten 17.65 €. Verzonden vanuit de Verenigde Staten. 
Patina ontstaan door ouderdom en verwaarlozing? Slaat evengoed op mijzelf. Be prepared!

GAUW! is het eerste boekje dat ik schreef nadat ik eind 2013 besloot alleen nog digitaal te publiceren. Het verhaal, waarin ik over mijn kindertijd vertel, verscheen als e-boekje in 2014. Gaandeweg leerde ik meer over elektronisch schrijven. Het verhaal werd daardoor in opeenvolgende edities korter, ik voegde er links aan toe, waardoor lezers nu ook naar liedjes uit die tijd kunnen luisteren en herschreef het verhaal helemaal in een door mijzelf bepaalde vorm met strenge regels die ervoor zorgen dat het verhaal tegemoet komt aan de verwachtingen van internetlezers: kort, eenvoudig, erg geschikt voor wie, zoals ik, een korte spanningsboog heeft… Zoals alle e-boeken van Uitgeverij De Lachende Visch is ook deze vijfde editie van GAUW! gratis voor wie erom vraagt. Doe het via liefkemores@telenet.be en de meiden van De Weggeefwinkel zorgen ervoor dat het boekje meteen in je mailbox valt.

donderdag 18 september 2025

Roek of kraai

VANAF EEN BANK op de Spinoladijk kijk ik uit over zand en zee. Aan de vloedlijn een staak. Op de staak een vogel. Ik zit te ver om kraa of raa te horen, kraai of roek. Een kraaienbek is zwart, de bek van roek is grijs, ik zit te ver om het te zien. Mensen wandelen langs de vloedlijn, soms vóór de staak, soms erachter. Kraai trekt het zich niet aan, roek evenmin. Dan is ‘t tijd om weer eens op te stappen. Aan de vloedlijn zie ik dat de kraai geen kraai is en de roek geen roek. ’t Is een zwarte muts op een staak. Sea and shore lees ik op de muts. Die woont daar. (Flor Vandekerckhove)

Roek of kraai is een vignet. 't Is ook beperkt tot een paragraaf. In 2022 publiceerde uitgeverij De Lachende Visch een e-boek van me met honderd zo’n eenparagraafverhalen, met een inleiding van mijn oud-leraar Nederlands Alfons Vandenbussche.
De e-boeken van De Lachende Visch zijn gratis voor wie erom vraagt. Het boek wordt u per e-mail toegestuurd. Vraag erom via liefkemores@telenet.be↗︎

woensdag 17 september 2025

Waarom deze schrijver liever gaat wandelen

(De foto van Susan Sontag is van Peter Hujar.)


DE AUTEUR stelt zijn boekje voor. Op de boekenmarkt creëert hij een verkoopmoment. Sociale en andere media maken er gewag van, waardoor hij zijn situatie in het literaire veld verstevigt. Alleen… Dat boekje is een verschrikking. ’t Is slecht gezet, slecht vormgegeven, ’t staat vol slordigheden en het niveau van de verhalen is dat van een te lang uitgevallen schoolopstel. 
De auteur weet dat, ‘k heb het hem gezegd. (Nu spreekt hij niet meer tegen mij.) Mijn kritiek houdt hem niet tegen om tot de verkooppromotie over te gaan, waarmee hij ’t woord van Russell Edson bevestigt: ‘De literaire gemeenschap is in belangrijke mate een sociale club. () Je moet niet alleen schrijven, je moet ook een sociaal wezen zijn. Het sociale deel is waarschijnlijk het belangrijkste. Wie een prettig persoon is, hoeft zelfs niet echt goed te schrijven om een schrijfcarrière te hebben.’
Zelf ga ik liever wandelen. Wie een boek van mij wil lezen moet er mij om vragen. Dat is afwijkend gedrag, dat besef ik, en ik denk daar uiteraard wel eens over na. Het dichtste bij een verklaringkom ik in een stukje waarin ik een herwerking van mijn roman Amandine aankondig. ’t Komt ook, zo dien ik daaraan toe te voegen, doordat ik een luie donder ben, verstoken van enig talent voor sociabiliteit. 
Vandaag lees ik bij 
Susan Sontag⇲ nog iets wat ’t kan verklaren: ‘Voor zover hij serieus is, komt de kunstenaar voortdurend in de verleiding de dialoog met het publiek te verbreken. Stilte is de verste uitloper van die terughoudendheid () [D]oor te zwijgen bevrijdt hij zich van de slaafse gebondenheid aan de wereld, die verschijnt als beschermheer, cliënt, consument, antagonist, arbiter en verdraaier van het werk.’ (°) Als dat waar is, uit het zich bij mij in profane wandelingen, waarbij het helende ruisen van de zee de plaats inneemt van het lawaai van de boekenmarkt die ik negeer.

(°) Styles of Radical Will. Susan Sontag, in The Aesthetics of Silence. 1969. Uitg. Picador USA. 288 pp. 

maandag 15 september 2025

Van het ene beeld naar het andere


NADAT IK me al wandelend een genuanceerde mening over de boycot van Lava Shani gevormd had, stootte ik thuis op een foto die me van gedacht deed veranderen. 
Lava Shani⇲ schudt de hand van onze premier, rode neus, geel strikje. De Wever was er speciaal voor naar Duitsland gereisd. Daar noemde hij de beslissing, om de dirigent uit Gent Festival van Vlaanderen te weren, racistisch en antisemitisch. ’t Is een gebruikelijke en weerzinwekkende tactiek van volksmenners om links in een kwaad daglicht te plaatsen. Weg waren, als bij toverslag, al mijn nuances. Ik verfrommelde mijn gewogen mening en mikte die recht in de papiermand. Mijn ongenuanceerde mening was nu: laat ons die boycot gewoon onverminderd doorvoeren. Wat een foto al niet vermag!
Waardoor ik nu onverhoeds zonder tekst zit, zonder onderwerp zelfs. Ik schart in mijn haar en stoot al schartend op een persiflage van Nighthawks, meesterwerk van Edward Hopper. ’t Is niet de eerste persiflage van Nighthawks en ’t zal ook niet de laatste zijn. Bekend is bijvoorbeeld de Boulevard of Broken Dreams van Gottfried Helnwein en ook dat schilderij gaf weer aanleiding tot interpretaties. Volgens mij kun je daar een heel boek mee vullen (wellicht bestaat het al.)
Vandaag toon ik Nighthawks van Marco van Bergen, een mens die ik niet ken, maar ’t kan deze zijn. De man met het wapen is William S. Burroughs. Charles Bukowski kijkt door het raam en aan de toog zit Tom Waits. Alle drie kijken ze me recht in de ogen, zeggend: laat je niet van de wijs brengen, man, draai er literatuur van. Wat ik bij deze ook doe. Bij ChatGPT gaan ze vroeg moeten opstaan, zeg ik, om beter te doen!
Flor Vandekerckhove

zondag 14 september 2025

Jonathan is zijn naam



ELKE DAG dacht ik: nog een beetje geduld, ‘t schiet me wel weer te binnen. Dat deed het niet en na veertien dagen vroeg ik ChatGPT naar ‘de persoonlijke eigennaam van een meeuw, personage uit een wellicht Engelstalig fictiewerk, voorgaande eeuw.’ ChatGPT antwoordde meteen: Jonathan.
Zo heet voortaan ook de meeuw die zich dagelijks komt voeden aan de restanten van Pollekes voederbakje, restjes die ik voor Jonathan op het muurtje leg. Wanneer ik ’s morgens mijn kamervenster opentrek, zit hij al te wachten. ’t Is een mantelmeeuw, een kleine (met gele poten in volwassenheid) of een grote (roze poten), dat moet ik nog eens goed bekijken, ik denk gele. 
Jonathan komt,  zegt Wikipedia, van Jonathan Livingston Seagull (1970), titel van een boek van de Amerikaan Richard Bach. ’t is een dierenfantasie over een filosofische meeuw die graag vliegt (de schrijver was piloot), maar wordt verstoten. Hij verandert in een zwerver, sterft, en in postume fantasiescènes leert hij steeds meer wijsheid. 
Meeuwen wekken bij ons, kustbewoners, tegenstrijdige gevoelens op. ’t Zijn wel ónze vogels — Vlaanderen, de meeuw! de kreet is hier niet uit de lucht — maar ’t zijn ook lastposten: ze schijten op onze hoofden, doorprikken vuilniszakken en stelen de frieten uit je frietzak. Ik heb het allemaal al meegemaakt. Ze zijn ook inspirerend, kijk maar: Vijf geïnspireerd door meeuwen.
Flor Vandekerckhove

P.S.: Martin Heylen schrijft me: 'De lp “Jonathan Livingston Seagull” is de moeite. Het titelnummer was een hit.' Christine Pire zegt: 'Nu blijf ik heel de dag met dat nummer in mijn hoofd zitten.'

Jonathan Livingston SeagullIk lees dat boek niet, ’t is me te newageachtig, maar ik denk wel dat de naam Jonathan in die tijd door de luchten gonsde. Tegen eind 1972 waren er een miljoen stuks gedrukt en in 1973 was er de film. De Nederlandse vertaling van het boek is uitgeput. Ik noem mijn meeuw naar zijn beroemde soortgenoot.

zaterdag 13 september 2025

Clément for president !


clément for president gonst het plots in republikeinse kringen

Misschien is ’t ietwat goedkoop van mij om op deze prinsenhistorie in te gaan, daar staat tegenover dat ik er met zo'n oneliner als eerste literatuur van maak. Oneliners? Vergelijk ze met piano-oefeningen van de pianist, kleiwerkjes van de beeldhouwer, ’t schetsboek van de tekenaar… We doen het om de stiel goed in de vingers te houden. Tegelijk maken ze deel uit van mijn zoektocht naar geschikte literaire vormen voor internetlezers die, zo heet het, vluchtig over je tekst surfen, scrollen en swipen. 
Mijn poëtische oneliners voldoen aan strenge vormvereisten, ze zijn altijd één lijn, 17 lettergrepen, geen leestekens, geen kapitalen. De oneliner komt uit het niets en verdwijnt daar ook weer in. Er is ook al een boekje van gemaakt. Zoals alle e-boeken van De Lachende Visch is ook dit boekje gratis voor elkeen die erom vraagt. Schrijf naar liefkemores@telenet.be⇲ (vermeld 2HONDERD) en vind het boek meteen in je mailbox. (Flor Vandekerckhove)

vrijdag 12 september 2025

Schrijven vanuit een donkere kelderverdieping van onbekende diepte


CLOSE READING is ook nauwlettend luisteren, in dit geval naar wat de schrijver zegt in Haruki Murakami and Jazz
‘Een mens is als een huis met twee verdiepingen. De benedenverdieping is voorzien van een hall en een woonkamer. Op de eerste verdieping zijn de kamers van de gezinsleden. Ze genieten ervan daar naar muziek te luisteren en boeken te lezen. Op de eerste ondergrondse verdieping bevindt zich een ruïne, gevuld met herinneringen van mensen. Op de tweede ondergrondse verdieping is er een ruimte gevuld met duisternis. Hoe diep die is? Niemand weet het. Door af te dalen naar de eerste ondergrondse verdieping, kunnen mensen verhalen en muziek schrijven. Maar ik geloof niet dat dergelijke werken de harten van mensen raken. Dat zei F. Scott Fitzgerald al: “Als je een verhaal wilt vertellen dat anders is dan andere, gebruik dan woorden die anders zijn dan andere.” De muziek van Thelonious Monk is zo uniek dat we niet kunnen geloven dat hij zijn muziek op populaire instrumenten zoals de piano speelde. De diepte van dit soort kunst kan de harten van mensen raken. Deze kunstenaars vonden een manier om af te dalen naar de tweede ondergrondse verdieping.’
Murakami’s beeldspraak herinnert me aan Vijf kelderverhalen die ik in 2014 postte. Nu ik ze herlees, zie ik nogal wat onvolkomenheden, maar onderstaande, korte passage wil ik toch graag aan de vergetelheid ontrukken:
MAMA DRAAIDE het slotje om en ik begon aan mijn ontdekkingsreis. Mijn tactiek was simpel, zoals je dat van zo’n jong kind ook wel verwacht. Ik keek en keek en keek en fantaseerde wat ik zag. Spinnen die daar wel degelijk waren, kregen al gauw gezelschap van een muis die daar misschien ook was en van een rat die er hopelijk niet was. Die beesten werden gevolgd door mollen, regenwormen, varkens, katten, honden, slangen, een aapje dat op een miniversie van King Kong leek, twee krokodillen die uiteraard via het riool in de kelder terecht kwamen en elkaar gelukkig meteen opaten, een kelderkip met vier poten, inktvissen die niet alleen op eigen kracht uit zee kwamen maar ook veelarmig door onze straten kropen tot ze via ’t keldergat naar binnen gleden, haaien, boze wolven die sneeuwwitje opgegeten hadden, vette waterkoeien waarvan een mens zich afvraagt hoe die door dat keldergat geraakt waren, groene strandarenden, gore reptielen allerhande die ik wel kon tekenen maar niet benoemen en die vanuit exotische streken op de geur van zonneolie afkwamen, lieve eenhoorns die me toelachten, domme emoes die een kolkend geluid maakten… Alles passeerde de revue, een opzienbarende stoet van mogelijkheden en onmogelijkheden, die me vreemd genoeg niet belette op de keldertrap in slaap te vallen.

Flor Vandekerckhove

Elk najaar schrijf ik een ietwat langer essay. Dat van 2022 heette ‘Als de muziekwijze verandert, wankelen de stadsmuren’ en dat cirkelde rond Allen Ginsberg. In 2024 liet ik me inspireren door het maquis. 'Velerlei maquis' is een essay waarin een periode uit het het werk van Charles Baudelare, Paul van Ostaijen en Bob Dylan belicht wordt, meer bepaald de tijd waarin ze hun werk in het verborgene (het maquis uit de titel) produceerden. Maar in 2023 ging ik in dialoog met 'Haruki Murakami over schrijverschap'Zoals al de e-boeken van uitgeverij De Lachende Visch is ook dat essay 'over schrijverschap' gratis voor wie erom vraagt. Er is een PDF-versie en het is ook beschikbaar in EPUB. Ernaar vragen doe je via liefkemores@telenet.be. De Weggeefwinkel zorgt ervoor dat het dezelfde dag nog in je mailbox valt.

woensdag 10 september 2025

Herinneringen oproepen, voor ze me ontglippen

Midden: Koen († 24 december 1974). Rechts: JP († 12 april 2024).


GEEN VAN BEIDEN kan ik ernaar vragen, ze zijn overleden, Koen lang geleden al en JP verleden jaar. Wat betekent dat ik alleen maar mijn geheugen kan inroepen. Erg betrouwbaar is dat niet, daarvan getuigen nogal wat blogposten die ik nadien moest corrigeren, iets wat ik samenvat in Bedrieglijke herinneringen.
We waren leeftijdsgenoten en kwamen halverwege de jaren zestig vanuit Bredene in Oostende terecht, waar we gelijktijdig de moderne afdeling van het college aanvatten. We werden in toenemende mate makkers, iets wat totterdood heeft voortgeduurd, wat merkwaardig is, want ik heb geen talent voor vriendschap.
Waarom begin ik daar nu over? Gisteren fietste ik naar de bib in Mariakerke - mooi weer - en terugkeren deed ik via het Maria-Hendrikapark, - ‘het bosje’. Op een bank aan het Spiegelmeer genoot ik een wijl van zon, rust, stilte en stelde ik me vragen over het beeld in ‘t midden van die vijver, figuur die de zon op 't hoofd torst; beeld, dacht ik verkeerd, dat ik daar altijd had weten staan. Tienermeisjes liepen rondjes, lerares keek toe. Waardoor ik aan de tijd terugdacht dat JP, Koen en ik de surveillanten van ’t college wijsmaakten dat we, per uitzondering, ’s middags thuis gingen eten. Gedrieën trokken we dan naar ’t bosje, waar we ons in ’t gras uitstrekten en ouwehoerden over echte en vermeende onrechtvaardigheden. Momenten die ik tot de mooiste van mijn puberteit reken, lente in de lucht, lente in ons leven. 
Is het iets wat we regelmatig deden? Is ’t maar één keer gebeurd? Waren we echt gedrieën? Was 't eens met deze, dan weer met gene en is mijn herinnering eigenlijk een selectie? Is 't überhaupt wel gebeurd? Zestig jaar later durf ik niets nog met zekerheid te stellen en, zoals gezegd, aan hen kan ik het niet meer vragen.
Flor Vandekerckhove

Nergens vind ik ter plekke enige toelichting bij het monument in ’t midden van het meer. Thuis googel ik het beeld  en zie dat het daar nog niet stond toen JP, Koen en ik er kwamen spijbelen. Een Katrien vertelt er hier bijzonder lyrisch over: ‘In het midden van het Spiegelmeer verrijst het sculptuur ZON Anima/Animus (een werk van Johan Tahon, °1965) subtiel uit het water, de wolken omhelzend, de zon op het hoofd, de blik voor eeuwig naar de hemel gericht. Het bronzen beeld (acht meter hoog) is geënt op de plek en het elliptische meer. Het is een anker, een baken, een spiegelbeeld in het Spiegelmeer. De plaatsing van het beeld was een huzarenstukje. Het staat op een sokkel in het Spiegelmeer en het bovenste gedeelte werd op 14 januari 2013 met een Seaking helikopter geplaatst. Het was een symbolische neerdaling van de nieuwe Zon op het meer.’

dinsdag 9 september 2025

Droom jij zwartwit of in kleuren?

Wanneer ik me bij 't ontwaken een droom herinner, maak ik enkele notities. Naderhand maak ik er een tekst van. Deze nieuwe droom leert me dat ik in kleuren droom, iets wat me tot gisteren onbekend was.


IN DE LUCHTHAVEN van Zaventem wacht ik op iemand die me onbekend is. Vreemd genoeg is die onbekende ook mijn echtgenote. Opdat ik haar zou herkennen maakt ze in het vliegtuig een schilderijtje. Op oker achtergond komt een groen vlak en daarin krast ze kapitalen die samen niet echt een herkenbaar woord vormen. Die manier van doen heeft als neveneffect dat ik nu weet dat ik in kleuren droom, iets wat ik gisteren nog niet wist. Het schilderijtje doet hoe dan ook zijn werk en ik herken tussen de passagiers meteen mijn onbekende echtgenote. Thuis vertel ik mijn ouders dat ik voortaan ook tijd met de echtgenote zal doorbrengen. Enthousiast zijn ze niet, maar ze begrijpen het wel. ’s Avonds is er een feest met veel percussie, ik veronderstel dat ik daarin de sound van het onbekende thuisland van mijn echtgenote herken. (Flor Vandekerckhove)