Dat betekent wel iets, een bladzijde in zo’n krant, De Morgen is iets anders dan De Zeewacht hé en De Standaard is Het Laatste Nieuws niet. Als je naam zo’n kwaliteitskrant⇲ haalt, weet je niet goed wat je nadien overkomt: mensen die je anders niet zien staan, nemen opeens hun hoed af (dat gaat gauw weer over hoor.) En wat ook gebeurt is dit: na die bladzijde in 1996 kreeg ik een telefoontje van Leen en ook een van Daisy, twee dames waarmee ik lang geleden wel eens het bed gedeeld had — los van elkaar hé — en die daar plotsklaps aan herinnerd werden. (Ze hadden beiden mijn telefoonnummer van Douglas De Coninck⇲ gekregen, de snoodaard.) Na de bladzijde in De Standaard was het Gerdje uit Borgerhout die weer contact met me opnam. Zij herinnerde zich onze zomerliefde, ze was dertien, ik twaalf. Zestig jaar later zagen we elkaar weer — ah hoe zoet smaakt de tol van de roem! — ik schrijf erover in Zomerliefde⇲.
Flor Vandekerckhove⇲